Overslaan en naar de inhoud gaan
ijsselid-logo
Menu
Terug naar de zoekpagina
18-09-2013 Artikel

De voedende IJssel, een lezing van Albert Corporaal

Op woensdagavond 16 oktober om 20.00 uur gaf Albert Corporaal in zaal Ripperda in Den Nul een lezing over de geschiedenis van de IJssel. Corporaal is wetenschappelijk onderzoeker aan de WUR (Alterra) en daarnaast een groot kenner van het IJsselgebied. Dit was de derde lezing in de reeks lezingen die werden georganiseerd door IJsselID.

De lezing ging over de voedende IJssel, de IJssel als rivier die voedt. Corporaal nam de aanwezigen met behulp van impressieplaatjes mee naar verschillende perioden in de geschiedenis.

Corporaal begon met het illustreren van de bewoningsgeschiedenis van waterrijke gebieden en de loop van de IJssel in de steentijd, bronstijd en ijzertijd. Hij vertelde hoe mensen op hoger gelegen gebieden gingen leven en in het noordwesten van Europa op terpen woonden. Hij legde uit hoe de Romeinen met veldheer Drusus het watermanagement meebrachten naar Nederland.

Over de middeleeuwen kon Corporaal meer op de IJsselvallei inzoomen. In die tijd speelden verschillende machthebbers een rol in de IJsselvallei; kasteelheren, stedelijke machthebbers en de kerk. Zij ontvingen inkomsten van het vruchtbare land van de vallei van hun horigen/onderdanen. In dijkbrieven werd vastgelegd dat het water op het land kon blijven staan om slib af te zetten. Zo werd de bevloeiingslandbouw gereguleerd. De aanwezigheid van vruchtbaar land zorgde voor een onderlinde strijd. Zoals bij de totstandkoming van de middeleeuwse polder Mastenbroek, toen de bisschop van Utrecht de kasteelheer van Voorst en de stedelijke machthebbers van Kampen tegen elkaar uit speelden. Op de kerk was in die tijd interne kritiek. De uitgaven van het bisdom rezen de pan uit. Dit strookte volgens sommigen niet met het evangelie. In de IJsselvallei, een gebied dat veel belastinginkomsten opbracht dankzij de vruchtbaarheid, kreeg de moderne devotie voet aan de grond. Een stroming waarin soberheid centraal stond en niet de extravagante plannen van de bisdommen.

Tot de komst van de kunstmest aan het einde van de negentiende eeuw, bleef de bevloeiingslandbouw een bron van vruchtbaarheid in de IJsselvallei. De laatste eeuw is de nadruk veel meer komen te liggen op het beteugelen van de rivier en zijn de voedende kwaliteiten van de rivier onbenut gebleven. De vraag de Corporaal stelt is hoe ver je gaat met het ophogen van dijken, waarom zou je geen andere manieren gaan toepassen? Omdijken, of leven op terpen misschien? Hoe dan ook, de voedende kracht van de rivier weer gebruiken op moderne en oude manieren. Daar liggen kansen voor de rivier en de delta in een tijd van voorbereiding op de toekomst.