De maffia neemt de IJsselvallei over
Een scenario-verhaal
Verhalen als onderdeel van de biografie van de IJsselvallei gaan over het verleden of het heden. Door de verhalen krijgen we een ander beeld van wat er gebeurd is en gebeurt in het gebied en dat vooral door de ogen van haar bewoners. IJsselID heeft via verhalen ook in de toekomst gekeken en dat in drie verhalen vastgelegd.
In het kader van het project is eerder een aantal toekomstscenario's uitgewerkt. Dat waren het scenario vrijheid, zorg en solidariteit. De scenario's zijn mogelijke versies van de toekomst die op ons afkomen. Het scenario Vrijheid laat zich kenmerken door een samenleving die gericht is op liberalisme en kapitalisme, een individualistische maatschappij met een houding van techno-optimisme en vooruitgangsdenken, waarbij marktwerking en privatisering belangrijk zijn en het motto "wie dan leeft, wie dan zorgt" heerst. In het scenario Zorg staat zorg voor elkaar centraal. Een centrale overheid speelt daarbij een belangrijke rol. Toenemende vergrijzing en demografische verandering wordt in de streek zelf opgevangen. Dan is er nog het Solidariteit scenario, waarbij mensen zelf aan zet zijn om vorm te geven aan hun leven en de maatschappij waarin ze leven, solidair met elkaar dichtbij en ver weg en met de aarde.
Natuurlijk zal de toekomst er niet zo zwart wit uit zien, maar grote kans dat een van de scenario's zal overheersen en hun invloed zullen hebben op de IJsselvallei. Wil je meer weten over deze blik in de toekomst, mail dan met IJsselID voor het verslag van de toekomstverkenning.
Dit verhaal, geschreven door gastauteur Robert den Hartog, gaat uit van het scenario Vrijheid.
De Maffia neemt de IJsselvallei over
"Weer menselijke resten gevonden in de haven van Zwolle. Aanhoudende strijd tussen Deventerse Cosa Nostra en Zwolse Triade is weer opgelaaid, 'eind lijkt nog lang niet in zicht' aldus Altena"
Ben leest de titel van de news flash op het scherm van zijn smart implant en scrollt snel door naar het volgende artikel. De rillingen lopen over zijn rug als hij terugdenkt aan hoe hij en Luigi, twee nachten daarvoor de lichamen overboord gooide op het Deventer-Zwollekanaal. Het kanaal. Ooit aangelegd om de recreatiegebieden rond en op de IJssel, inmiddels de Nieuwe Oude IJssel genaamd, voor de vrachtvaart te omzeilen. Een initiatief van dezelfde bedrijven die de recreatiegebieden uitbaatten en inmiddels effectief Zutphen en Deventer geheel onder controle hebben. Van het consortium uit die tijd is weinig meer over, inmiddels is het eigenlijk alleen nog de Santora familie die de scepter zwaait over het groter Zutphen-Deventer gebied.
Ben denkt terug aan zijn studietijd in Maastricht, ver weg van deze ellende. Nog verder weg lijkt zijn onschuld en de relatieve blijdschap die hij toen, bij tijden, voelde. Terwijl hij driftig door de artikelen bladert wordt hij gebeld door Luigi. Als door de bliksem getroffen neemt hij op en wordt verstomd door zijn gebulder. '...heb je het gelezen Bennie?' vraagt Luigi als hij is uitgelachen, 'er is niets meer over van die lui! Vanavond om zeven uur haal ik je op, zorg dat je klaarstaat,' direct is de verbinding weer verbroken. Luigi weet altijd via de telefoon precies net niet genoeg te zeggen om gelinkt te worden aan misdaden. Het is een spelletje wat hij speelt met de politie. Of ja, politie, daar is eigenlijk geen sprake meer van. Een handjevol recherche voor het politieonderzoek, de helft waarvan op de loonlijst van Santora staat. Wat verder door moet gaan als politie is de geprivatiseerde stadsgarde, geuniformeerde loopjongens van Santora, veelal Sicilie ontvluchtte Cosa Nostra, in loondienst van het in Deventer gevestigde kantoor van Banca d'Italia. Dezelfde bank waar nagenoeg iedere Deventenaar zijn geld heeft ondergebracht, alsmede alle casino's. Om nog maar te zwijgen over de speciale "spaarregeling" voor de gemeenteambtenaren.
Ben voelt zich nog verder wegzakken. Het was zijn idee om de lichamen niet langer te dumpen rond de vervallen landgoederen langs de IJssel maar in het Deventer-Zwollekanaal. Vanuit een vorm van lijfsbehoud die hij zelf niet meer snapt. Doodsangsten stond hij uit als er lichamen waren geidentificeerd. De schroeven van de snel-vrachtboten die in grote aantallen over het kanaal gaan, zo had hij correct gedacht, werken als een gehaktmolen. Al heeft hij zelf nog nooit feitelijk iemand vermoord, hij is bij genoeg moord en andere misdaad betrokken geweest om een lange gevangenisstraf uit te zitten zou hij veroordeeld worden.
Zenuwachtig trekt hij van zijn sigaret als hij voor zijn huis staat te wachten. Het is tien voor zeven, hij is te vroeg maar hij weet hoe Luigi kan zijn als hij moet wachten. Drie sigaretten later rijdt de geblindeerde Mercedes de straat in, een glimlachende en voldane Luigi stapt uit, 'rij jij maar,' zeg hij en stapt aan de passagierskant weer in. Ben gaat achter het stuur zitten en vraagt waar hij naartoe moet rijden. Luigi heeft weer die blik in zijn ogen, die hem keer op keer de stuipen op het lijf jaagt. Een laatste aanblik van menigeen die ongetwijfeld nog angstiger gestorven zijn. Luigi schiet in de lach, bulderend slaat hij Ben hard op de schouder, 'rustig jongen, rustig maar, je hebt het goed gedaan, rij maar naar het Casino Royal, we moeten wat opruimen.' Ben zet de wagen in beweging en begint langzaam wat te ontspannen. Dit maakt hij iedere avond met Luigi door. Luigi is een regelrechte psychopaat. In feite zijn ze dat allemaal maar Luigi steekt het niet onder stoelen of banken en Ben had wat graag met een van de andere soldaten samengewerkt. Na een paar minuten doorbreekt Luigi de ijselijke stilte, 'door dat idee van jou, om de lijken in het Deventer-Zwollekanaal te dumpen, ben ik gepromoveerd tot capo en je weet wat dat betekent,' Ben kijkt oprecht vrolijk, 'gefeliciteerd,' zegt hij en verheugt zich bij het idee dat hij nu niet langer samen hoeft te werken met Luigi, 'hogerop, meer verantwoordelijkheid, meer geld!' Luigi kijkt Ben nog steeds voldaan aan en zegt, 'ook voor jou, ik neem je mee als mijn rechterhand!' Ben voelt zijn wereld instorten. Weer buldert Luigi van het lachen en slaat Ben nog harder op de schouder dan even daarvoor. Zo hard zelfs dat de Mercedes met een zwaai op de andere weghelft terecht komt, Ben kan ternauwernood een botsing voorkomen. Door de consternatie heeft Luigi niet de blik in Ben's ogen waar kunnen nemen. Had hij dat wel gedaan, had Ben het casino niet gehaald.
In het casino worden ze door een van de soldaten opgewacht, ook Ben wordt, tot zijn afgrijzen, met "meneer" aangesproken. De soldaat neemt hen mee naar de Presidential Suite waar zij worden opgewacht door Schutte, van de Deventer recherche. 'goedenavond heren, ik heb alle bewijsmateriaal al uit de kamer verwijderd, jullie hoeven alleen nog op te ruimen.' Ben weet wat dit betekent. In de kamer treffen zij een nagenoeg hysterische man gekleed in alleen een onderbroek, op het bed ligt een Oosters ogende vrouw, naakt, bleek en levenloos. De man kent Ben als de burgemeester, de vrouw heeft hij nooit eerder gezien. Luigi slaat de burgemeester een aantal maal met de vlakke hand in het gezicht, breekt weer uit in een bulderlach en legt een halve gram cocaine voor hem op tafel. Gretig grijpt de burgemeester naar het kleine envelopje en zonder het in lijntjes weg te leggen snuift hij in een ruk het envelopje leeg. Dan lijkt hij wat te kalmeren. Als er wat kleur terug over zijn gelaat verschijnt begint hij te stamelen, 'ik heb niets gedaan, ik heb niets gedaan,' Ben telt niet hoe vaak hij het zegt, 'de heroine was gewoon slecht, het was slechte heroine!' Weer slaat Luigi de man met de vlakke hand in het gezicht, 'geen gezeur over mijn spul! Verman jezelf trut, morgen moet je weer voor de camera staan alsof er niets van dit is gebeurd,' Luigi wijst naar het dode lichaam, 'en dat is precies wat hier is gebeurd. Jij hebt hier zaken bemiddeld voor de gemeente, de bank en de Italiaanse investeerder voor het nieuwe spa langs de Nieuwe Oude IJssel, de klanten krijgen er 2 procent spaarrente bij en de IJsselvallei is tien ton en nog een toeristische trekpleister rijker.' De burgemeester kijkt angstig en onderdanig op naar Luigi, 'ja meneer, ja meneer,' stamelt hij. Luigi wendt zich tot Ben en Schutte, 'brengen jullie deze dweil naar huis, zorg ervoor dat hij fris is voor de persconferentie morgen, ik ga deze rommel opruimen,' weer wijst hij naar het lichaam van de vrouw, 'Ben, zorg dat je om twaalf uur in de jachthaven bent, kom naar mijn boot.'
Achterin de dienstauto van Schutte zit de burgemeester te grienen. Ben stopt hem nog een halve gram toe en geeft alles bij elkaar drie gram aan Schutte, 'jij blijft bij hem vannacht, zorg dat hij slaapt en geef hem morgen net genoeg om normaal over te komen tijdens de persconferentie,' Schutte neemt het stilzwijgend aan. 'Schutte, hoe zit het met het onderzoek van Altena? Heeft hij echt nog niet door dat jullie voor ons werken?' vraagt Ben. 'Altena is te druk met de media, hij heeft nog niets concreets, over ons noch jullie,' antwoordt Schutte. Ben kijkt bedenkelijk voor zich uit. De enige reden dat Altena, de doorn in het oog van Santora, nog leeft is omdat hij de nationale media heeft benaderd om de misstanden in Deventer en Zwolle aan te kaarten. Van de een op de andere dag was Altena een nationale held, een soort moderne Wild Bill Hickok en vanaf dat moment ongrijpbaar voor de Cosa Nostra. De hele boel is als los zand, denkt Ben. Een van de lichamen die zij laatst in het kanaal hebben gedumpt was van een van hun eigen soldaten, die ervan verdacht werd om naar Altena over te stappen als verklikker. Ben voelt zich weer zenuwachtig en opgejaagd. Hij realiseert zich dat het niet lang meer kan duren, zal duren, eer hij geboeid afgevoerd zal worden. Al langer realiseert hij zich niet langer met zichzelf door een deur te kunnen, de man in de spiegel niet meer te herkennen. Het is een uur 's nachts als Luigi eindelijk zijn zelfcontrole verliest en zijn automatisch vuurwapen leegt op een groep luidruchtige Duitse toeristen op het jacht naast het zijne.
"Doorbraak in het onderzoek naar de strijd tussen de Deventerse Cosa Nostra en de Zwolse Triade. Altena heeft lang gezochte informant - defensie heeft compagnie mariniers in Deventer gestationeerd om veiligheid van onderzoekers en burgers te garanderen na slachtpartij in jachthaven, dader is in hechtenis" Ben, of Aage Svendsen zoals hij tegenwoordig door het leven gaat, leest voldaan het artikel uit, herleest het nog een keer of drie en leunt dan achterover in zijn stoel, handen achter het hoofd ineengeslagen. Het uitzicht over de Soroysundet, de baai van het Noorse Hammerfest is prachtig vanaf zijn veranda.