Overslaan en naar de inhoud gaan
ijsselid-logo
Menu
Terug naar de zoekpagina
23-04-2014 Artikel

Moderne Devotie en de IJsselvallei

In Deventer staat het Geert Groote huis en in kerkelijke kringen en daarbuiten is sprake van een post-moderne Devotie. Maar wat is de Moderne Devotie, wie is Geert Groote en wat heeft dat met de IJsselvallei te maken?

De veertiende eeuw was een boeiende tijd en de IJsselvallei een plaats waar welvaart en ontwikkelingen groeiden dankzij de internationale handel (Hanzeverbond). Maar het was ook een onzekere tijd, met oorlog, honger en de pest. Mensen waren zich bewust van de korte duur van het leven en door de groei in welvaart waren ze gericht op bezit en materialistisch. De kerk ging hier in mee. Er heerste verdeeldheid doordat er twee pausen waren die met elkaar overhoop lagen. Priesters en bisschoppen namen het niet zo nauw met de regels en verwaarloosden hun geestelijke taken. Het ging hen om macht en bezit en niet meer om gebed, God en de gelovigen. Binnen de kerk heerste corruptie en de gewone gelovige wist niet meer of de heilige sacramenten van de priester nog wel geldig waren.

Het was in deze tijd van misstanden in de kerk en maatschappij dat er een tegenbeweging ontstond in de IJsselvallei. Het was een vernieuwingsbeweging die de Moderne Devotie genoemd wordt. Dit gebeurde juist in de IJsselvallei omdat daar de misstanden, mede dankzij de groeiende welvaart, zichtbaar en voelbaar waren.

De grondlegger van de Moderne Devotie was Geert Groote (1340-1384), een zoon van een rijke koopliedenfamilie uit Deventer. Zijn beide ouders overleden aan de pest toen Groote jong was. Van het geld van zijn familie ging hij op zijn vijftiende in Parijs studeren. Hij verdiepte zich in allerlei wetenschappen: van grammatica en logica tot natuurwetenschappen, astrologie en occulte wetenschap. Hij doceerde in verschillende Europese steden in de vakken. Maar in 1362 keerde hij terug naar Parijs om kerkelijk recht te studeren. Groote ambieerde een kerkelijke carriere en werd in 1368 kanunnik in Aken en in 1371 kanunnik aan de St. Maartenskathedraal in Utrecht. Dit was echter nog geen onderdeel van zijn bekering, die vond later plaats. Toen Groote 32 was, in 1372, werd hij erg ziek en voelde hij zijn einde naderen. Op advies van zijn pastoor verbrandde hij al zijn boeken over magie en hij werd beter. Hij kwam tot het besef dat ook hij zich liet leiden door de waan van de dag en door uiterlijk vertoon. Hij nam zich daarop voor om zijn leven voortaan ten dienst te stellen van God tot heil van zijn ziel. Hij deed zijn bezittingen weg en ging preken. Hij zag in dat de kerk een vernieuwing nodig had, een vernieuwing van de gelovige mens. Door zijn studie en in gesprekken met Jan van Ruusbroec (een Vlaamse prior en mysticus) kwam hij tot het idee van de 'gemene mens' die goede daden, een leven gericht op God en beschouwing weet te combineren.

In 1374 stelde Groote zijn huis in Deventer ter beschikking aan een groep godsdienstige vrouwen die hun leven wilden wijden aan God, zonder daarvoor het klooster in te gaan. Zij werden de Zusters van het gemene leven genoemd. Met "gemene" werd gemeenschappelijk bedoeld. Groote zelf leefde zo veel mogelijk mee met de kartuizers, een strenge kloosterorde die streeft naar een leven dicht bij God, zonder toe te geven aan eigen begeerten en verlangens. Samen met geestelijk literatuur vormde die manier van leven de essentie van de Moderne Devotie. Het was een sobere manier van leven, gericht op de verbondenheid tot God door gebed en werk. In de Moderne Devotie werd gezocht naar de balans tussen persoonlijke spiritualiteit en de inzet voor de maatschappij, dienst aan God en dienst aan mensen. Boeken speelden daarbij een belangrijke rol. Groote preekte daarbij in veel kerken in de omgeving. Hij richtte zich in zijn preken op het oordeel van God en haalde uit naar corrupte priesters. Zijn preken en manier van leven sloegen aan bij mensen, zoals eerder bij de Zusters van het Gemene Leven. In 1380 volgde er een gemeenschap van mannen, de Broeders van het Gemene Leven. Zij stichtten zeven jaar later het klooster van Windesheim op en gingen leven naar de kloosterregel van Augustinus, bisschop en kerkvader uit de vierde eeuw. Vanuit Windesheim werd een groot aantal nieuwe kloosters gesticht, die samen het Kapittel of de Congregatie van Windesheim vormen. De zusters volgend in 1400 met het klooster Diepenveen bij Deventer en ook zij sloten zich aan bij het Kapittel van Windesheim. Uiteindelijk werden er in Europa bijna honderd kloosters gesticht vanuit Windesheim. Dit maakte Groote niet meer mee, want in 1384 overleed hij op 44 jarige leeftijd. Florens Radewijns, een vriend van Groote, die ook daarvoor veel voor de organisatie van de Moderne Devotie betekende, zorgde ervoor dat de beweging stand hield. De invloed van de Moderne Devotie reikte verder dan de klooster. De broeders en zusters trokken zich niet terug in hun kloosters, maar bleven in contact met andere gelovigen. De belangrijkste middelen waren de boeken die ze schreven en het onderwijs dat ze gaven. Thomas a Kempis werd beinvloed door de Moderne Devotie en schreef het, voor gelovigen nog altijd relevante, Navolging van Christus. Erasmus en Luther kregen les van broeders van Windesheim. De Moderne Devotie bevorderde ook het regelmatig lezen van de Bijbel. Dat was in die tijd iets bijzonders: tot dan toe was dat voorbehouden aan priesters en religieuzen die het Latijn machtig waren.

Met de komst van de Reformatie verdwenen de kloosters in Nederland en door de Franse revolutie verdwenen de andere kloosters uiteindelijk ook. Toch is het gedachtegoed van de Moderne Devotie nog steeds terug te vinden. Sommige gelovigen laten zich er nog door inspireren en Geert Groote wordt nog altijd herdacht in zijn geboortestad, zoals blijkt de stichting van het Geert Groote Huis. Zij stellen zich tot doel Groote te eren en zijn ideeen en acties naar onze tijd te vertalen. Er wordt zelfs gezegd dat de nuchtere en sobere volksaard van de IJsselvallei van nu niet veel anders is dat de volksaard van toen.