Overslaan en naar de inhoud gaan
ijsselid-logo
Menu
Terug naar de zoekpagina
06-10-2014 Artikel

Overnachting in de schemer

een scenario-verhaal

Verhalen als onderdeel van de biografie van de IJsselvallei gaan over het verleden of het heden. Door de verhalen krijgen we een ander beeld van wat er gebeurd is en gebeurt in het gebied en dat vooral door de ogen van haar bewoners. IJsselID heeft via verhalen ook in de toekomst gekeken en dat in drie verhalen vastgelegd.

In het kader van het project is eerder een aantal toekomstscenario's uitgewerkt. Dat waren het scenario vrijheid, zorg en solidariteit. De scenario's zijn mogelijke versies van de toekomst die op ons afkomen.

In het scenario Zorg staat zorg voor elkaar centraal. Een centrale overheid speelt daarbij een belangrijke rol. Toenemende vergrijzing en demografische verandering wordt in de streek zelf opgevangen
Het scenario Vrijheid laat zich kenmerken door een samenleving die gericht is op liberalisme en kapitalisme, een individualistische maatschappij met een houding van techno-optimisme en vooruitgangsdenken, waarbij marktwerking en privatisering belangrijk zijn en het motto "wie dan leeft, wie dan zorgt" heerst. Dan is er nog het Solidariteit scenario, waarbij mensen zelf aan zet zijn om vorm te geven aan hun leven en de maatschappij waarin ze leven, solidair met elkaar dichtbij en ver weg en met de aarde.

Natuurlijk zal de toekomst er niet zo zwart wit uit zien, maar grote kans dat een van de scenario's zal overheersen en hun invloed zullen hebben op de IJsselvallei. Wil je meer weten over deze blik in de toekomst, mail dan met IJsselID voor het verslag van de toekomstverkenning.

Dit verhaal, geschreven door gastauteur Robert den Hartog, gaat uit van het scenario Zorg

Overnachting in de schemer

De namiddagzon schittert over het groene, weidse gras. Het voelt zacht onder haar blote voeten. "zakdoekje leggen..." Was het altijd maar zulk mooi weer, ze zou iedere dag met haar klasgenootjes buiten spelen na schooltijd. "zakdoekje leggen niemand zeggen..." Het liedje klinkt weer in haar hoofd, ze hoort het haar klasgenootjes zingen. Het maakt haar blij en zou het liefst uit haar stoel opstaan om een klein dansje over het gras te maken maar ze heeft wat pijn in haar heup. 'Els, wil jij het lokaal stofzuigen?' hoort ze haar lerares vragen, 'juf, ik heb pijn in mijn heup,' zegt Els, 'mag ik het bord schoonvegen?' Haar veter zit los ziet ze, de vloer is inderdaad stoffig en er liggen nog wat papierresten van het uurtje handenarbeid. Ze staat op en loopt naar het bord, het gras voelt nog zachter onder haar voeten.

Even maakt ze, bij wijze van dansje, een kleine draai op de plaats van blijdschap. Ze dreigt haar balans te verliezen maar zuster Pip slaat een arm om haar heen en houdt haar stevig vast. 'Mevrouw Jansen, wilt u een wandelingetje maken?' vraagt Pip, 'of liever nog eventjes in het zonnetje zitten?' Els kijkt verward naar de verpleegster, weet niet goed wat er aan de hand is en voelt zich angstig. 'Elsje, kom, ga nog maar even aan je lessenaar zitten,' zegt juffrouw Pip, 'volgens mij heb jij je huiswerk nog niet af.' Els voelt zich schuldig. Ze wil zo graag nog een stikker in haar rekenschrift krijgen. "zakdoekje leggen, niemand zeggen, kukeleku zo kraait de haan..."

'Het is tijd om in te pakken Els, daar is je moeder,' zeg juffrouw Pip. Els tuurt over het grote grasveld en ziet haar moeder zwaaiend aan komen lopen. Zuster Froukje geeft haar een stevige kus op de kruin. 'Is ze zoet geweest vandaag?' vraagt Froukje aan juffrouw Pip. 'Heel lief mevrouw Jansen,' antwoordt Pip, 'ze heeft netjes haar huiswerk gemaakt en het bord schoongeveegd.' Els kijkt verwachtingsvol naar haar moeder. Froukje weet wat dit betekent, 'Oh schatje, ik ben zo trots op jou!' zegt Froukje, 'en wat ziet je tafel er netjes uit.' Els pakt glunderend haar moeder bij de hand en samen lopen ze richting huis. Els kijkt nog even over haar schouder, 'He, daar loopt mijn oudste zoon Frederik,' zegt Els, 'met mijn kleinzoon, maar wie zijn al die andere kinderen, zijn dat allemaal vriendjes van Pieter?' Els, zuster Pip en Froukje zwaaien iedereen uit, 'Ja, dat zijn de klasgenootjes van Pieter.' zegt zuster Froukje. Els kijkt liefdevol en voldaan haar zoon, kleinzoon en de andere kinderen na en stapt dan De Rande binnen.

Het is kwart over negen 's avonds als Froukje Hieminga de kamerdeur van Els Jansen achter zich sluit en richting de kantine loopt. Ze verheugt zich op haar welverdiende kop thee. In de kantine zit Pip Aartsen met nog wat andere collega's en zorgtoeristen te praten. 'Froukje,' zegt Pip, 'kom erbij zitten, we zijn net met de planning bezig voor morgen.' Froukje schuift aan tafel bij. 'Eerst mijn thee,' zegt ze, 'even tot rust komen en dan hebben we het over morgen.' Een van de andere verpleegsters schuift naar voren.
'Ok, maar ik wil uiterlijk tien uur weg, ik heb afgesproken op het IJsselliniefestival met vriendinnen en ik wil niet te laat komen.'

Pip, Froukje en nog een handjevol verplegers, broeders en zusters, hebben deze nacht slaapdienst in verzorgingstehuis De Rande. Een aantal van de zorgtoeristen hebben ook de overnachting geboekt, zij hebben geen interesse in het festival maar hopen eigenlijk 's nachts uit bed gehaald te worden om te kunnen ondersteunen. De campagne van de nationale overheid "Zorg, dat doen we samen" heeft vruchten afgeworpen, de zorginstellingen in de IJsselvallei hebben de afgelopen paar jaar een stijging in het aantal zorgtoeristen gezien. Pip, 22 jaar oud is een van de jongste verpleegsters van het verzorgingstehuis. Ze was wel graag bij het festival gaan kijken, en aansluitend met haar vriendinnen naar een van de silent disco snelboten gegaan. Maar sinds De Rande door de staat is overgenomen maakt haar ambtenarensalaris een boel goed.

'Froukje,' zegt Pip, 'het duurde toch nog iets te lang vanmiddag, ik zag mevrouw Jansen een keertje zenuwachtig worden.' Froukje zet enigszins geirriteerd haar mok thee voor zich op tafel. 'We moeten echt proberen,' gaat Pip verder, 'het schooltijdprogramma nog iets verder in te korten.' Froukje weet dat Pip gelijk heeft. Dokter Peters heeft vorige maand in een memo laten weten dat alle Alzheimerpatienten zo veel mogelijk, door zowel verplegend personeel als door familie en vrijwilligers, in hun waan tegemoet gekomen moeten worden maar dat de verschillende scenario's, om frustratie en angst te voorkomen, niet te kort of juist te lang mogen duren. 'Gisteren zaten we op een middagprogramma van tweeeneenhalf uur,' zegt Froukje, 'laten we morgen dan twee uur en een kwartier proberen.' Pip en de anderen knikken instemmend. 'We hebben de pech morgen,' zegt Pip, 'dat het gaat regenen dus we kunnen niet buitenspelen, het geluk is wel dat we morgenmiddag de vijfde klassers van De Zonnebloem te hulp krijgen, die hebben ons al vaker met mevrouw Jansen geholpen en ze kunnen het onderling goed vinden.'

Froukje neemt nog een slok van haar thee en probeert een voorstelling van de volgende dag te maken. 'Komt de familie morgen eigenlijk ook weer helpen?' Pip schudt haar hoofd, 'geen familie,' zegt ze, 'wel twee jonge stelletjes, ze hebben voor de hele week het volledige zorgarrangement geboekt.' Dan hoort men over de intercom Mevrouw Jansen door haar kamer ritselen. Iedereen zit aandachtig te luisteren als mevrouw Jansen zegt, 'mamma, mamma, ik kan mijn beer niet vinden.' Pip en de andere verpleegsters schieten in de lach, afwachtingsvol bekeken door de toeristen. 'Tijd voor mamma Jansen,' zegt Froukje. Even later klinkt een lieflijk slaap kindje slaap over de intercom, gezongen door zuster Froukje en Els Jansen. Pip zet de intercom op haar nachtkastje en maakt zich klaar om te gaan slapen. Hopelijk hoeft juffrouw Pip pas morgenochtend weer acte de presence te geven.