Wonen op een terp
Sofia Opfer schrijft n.a.v. gesprekken met bewoners en betrokkenen in de IJsselvallei columns over de historie en beleving van de IJssel.
Roos groeide op in de Beimerwaard bij Ellecom. De afslag die je moet nemen om bij haar huis te komen ligt verscholen in het struikgewas. Er staat een bordje: Verboden toegang, eigen weg. Het is een smalle landweg die met scherpe bochten langs vijf boerderijen leidt. Verderop ligt de Lamme IJssel, een afgesneden meander omzoomd door moerasbos vol kikkers en watermunt.
Langs de bosrand groeien klaprozen, boven de wei vliegt een Wulp en een Rode wauw. Op het erf van de op een na laatste boerderij, achter een grote koeienstal, huren de ouders van Roos al sinds eind jaren 70 van de vorige eeuw een woning. Het huis is gebouwd in 1890, maar de terp waar de boerderij op staat is vele eeuwen ouder. De terp is opgeworpen in een tijd dat de mensen nog ontzag hadden voor de rivier en ze precies wisten hoe hoog een terp moet zijn. Ineke, de moeder van Roos, weet het zeker: "Ons huis ligt even hoog als het centrum van Doesburg. Als ons huis onder zou lopen, zou Doesburg ook onder lopen. Zo ver laten ze het toch niet komen?"
Eens in de zoveel jaren overstroomt de Beimerwaard. Waar nu de koeien langs de siertuin sjokken ligt dan een grijze waterplas. Dat gebeurt nooit onverwacht. Ze weten precies bij welke waterstand in Duitsland het tijd is om extra boodschappen in te slaan. Als het water enkele decimeters hoog staat, loopt Roos met lieslaarzen aan naar de dijk om naar school te gaan. Staat het water daar te hoog voor, dan rijdt ze mee met de hoogwaterkar van de boer. Als het water zelfs voor deze kar te hoog staat, gaan ze met een bootje naar de dijk. De bewoners van de Beimerwaard spreken onderling een dienstregeling af voor de pendelboot.
Ze zijn nooit weggevlucht voor het water, zelfs niet in 1995, toen grote delen van de Betuwe werden geevacueerd. Roos is er mee opgegroeid, ze is het gewend. Het is alleen logistiek onhandig, als je 's ochtends ergens vroeg moet zijn bijvoorbeeld. Voor de boeren is het vervelender, omdat ze hun melk moeilijk kunnen wegbrengen. Bovendien is het slecht voor de weilanden om lang blank te staan.
Roos vindt het eerder leuk dan lastig als de Beimerwaard onderloopt. De buurkinderen bouwen samen vlotten en als het na een overstroming gaat vriezen wordt er geschaatst op de weilanden. De buren hebben een buitenbak voor de paarden met hoge lampen er omheen. Ondergelopen en dichtgevroren is het een ijshockeybaan. Ze maken zelf de sticks en iedereen uit de buurt speelt mee. Een overstroming brengt saamhorigheid. Het geeft een heldhaftig gevoel. Het is natuurgeweld, maar niet zo bedreigend dat je je zorgen hoeft te maken. Het is heel bijzonder hoe je huis binnen een paar dagen opeens op een eiland kan staan.